-
1 handig
1 [behendig] skilful ⇒ 〈 vaardig met de handen〉 dexterous, handy 〈 in het bijzonder met betrekking tot een manusje-van-alles〉2 [gewiekst] clever3 [gemakkelijk te hanteren] handy♦voorbeelden:het handig spelen/aanpakken • play it smarthandig in/met iets zijn • be good/handy at somethingeen handig formaat • a handy size
Перевод: со всех языков на английский
с английского на все языки- С английского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский